Rechters, advocaten en sociale media

Rechters, advocaten en sociale media

Home » Rechters, advocaten en sociale media

Inleiding

Miljoenen Nederlanders hebben een profiel op Facebook of LinkedIn. Er is geen reden om aan te nemen dat juristen hierin afwijken van de gemiddelde Nederlander. Toch moeten hier enkele kanttekeningen bij geplaatst worden. Zijn er bijzondere regels voor rechters, Officieren van Justitie en advocaten bij hun onderlinge relatie op sociale media? Is er sprake van de schijn van partijdigheid indien advocaten en rechters met elkaar verbonden zijn op sociale media?

Het onderwerp is nog niet actueel in Nederland. Wel in Amerika waar de American Bar Association in februari 2013 een standpunt over dit onderwerp heeft gepubliceerd. In Florida heeft de ethische commissie van het Supreme Court zich al in 2009 over deze kwestie gebogen.

De gevoeligheden liggen op twee vlakken. De uitingen gedaan op sociale media en de online vriendschapsbanden op sociale media.

Inhoud van de uitingen

Ten aanzien van de uitingen op sociale media lijkt me dat hier voor rechters zal gelden wat altijd voor hen heeft gegolden. Zij kunnen zich beter onthouden van commentaar op lopende zaken. Voor advocaten en Officieren van Justitie geldt dat terughoudendheid gepast is. Zij dienen rekening te houden met hun beroeps- of ambtsgeheim. Voor advocaten is hier beroepsregel 6 van toepassing die zegt dat de advocaat verplicht is tot geheimhouding. Hij dient te zwijgen over bijzonderheden van door hem behandelde zaken, de persoon van zijn cliënt en de aard en omvang van diens belangen.

Twitter

TwitterVoor wat betreft de sociale vriendschapsbanden zou ik een onderscheid willen maken per medium. De twitterende rechter is vergelijkbaar met een rechter die een (zeer korte) ingezonden brief in een krant schrijft. Het volgen van een rechter op Twitter staat iedereen vrij. Het ligt niet in de invloedssfeer van de rechter om te bepalen wie hem volgt. Zo heeft de president van het Gerechtshof in Den Haag al meer dan 1000 volgers op @VerheijLeendert. Een twitterende rechter kan bijdragen aan meer begrip voor de rechtsgang. Bovendien geeft de rechter hiermee aan dat hij niet vanuit een ivoren toren recht spreekt. Een belangrijke aspect is ook nog hoe iemand zich profileert op Twitter, is dat als privépersoon of in de uitoefening van een functie. Zo twittert Rein Terpstra kantonrechter in Noord Nederland onder @Rechter_RTjT en advocaat Jacques Zuidema uit dezelfde regio onder @advocaatjacques. Uitingen onder deze namen moeten zeker worden toegerekend aan de beroepsbeoefenaar.

LinkedIn

LinkedInDe rechter op Facebook of LinkedIn is een ander verhaal. Connecties op beide media worden aangegaan na acceptatie. LinkedIn contacten zijn in principe zakelijke contacten. Dat dergelijke contacten bestaan tussen rechters en advocaten is niet vreemd. Een aan mij gelinkde rechter heeft bijvoorbeeld vijf advocaten in zijn zakelijke netwerk. Indien partijen bij een procedure een zakelijke band hebben via LinkedIn zou dat bekend moeten zijn. Het zou aan de rechter zijn dit te melden bij aanvang van een procedure.

Facebook

FacebookIn het echte leven kunnen advocaten en rechters bevriend zijn. Ze kunnen elkaar ontmoeten tijdens een etentje zoals in het Wildersproces. Hierover zouden ze volledig transparant moeten zijn. In de virtuele vriendenwereld van Facebook is het niet anders. Het hebben van een vriendschapsband tussen rechters en advocaten op Facebook is in Florida niet toegestaan sinds 2009 meldede New York Times. Ik zou daar ook voor willen pleiten in Nederland. Een band op Facebook suggereert een vriendschap. Dat sommige mensen honderden vrienden hebben op Facebook doet wel iets af aan de diepgang van de virtuele vriendschap. Een dergelijke connectie tussen een van de betrokken partijen bij een procedure zou zeker kunnen duiden op een schijn van partijdigheid.

Conclusie

Uitingen op sociale media zullen moeten worden beoordeeld naar analogie van uitingen in meer traditionele media. Het volgen op Twitter levert geen schijn van partijdigheid op. Bij een connectie via LinkedIn zou openheid over de aard van de connectie verplicht moeten zijn. Bij een connectie op Facebook is de schijn van partijdigheid een gegeven.
mr. Pablo van Klinken
LinkedInPablo van Klinken op LinkedIn